August De Groote studeerde filosofie en theologie in Gent en volgde aan het Koninklijk Muziekconservatorium ook notenleer, muziekgeschiedenis, koordirectie en harmonie. Hij volgde koordirectie bij het Algemeen Nederlands Zangverbond (o.a. bij Vic Nees en Michaël Scheck) en vervolmakingscursussen aan de Bundesakademie Trossingen (Duitsland). Hij is licentiaat Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde en promoveerde aan de KU Leuven tot doctor in de musicologie. Hij ontving de 4 jaarlijkse prijs voor Kunstgeschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen. August De Groote was leraar Muziekgeschiedenis aan de academies van Gentbrugge, Wetteren, Deinze en Aalter. Voordrachthouder Geschiedenis van de Westerse Muziek en docent Vakdidactiek Muziekgeschiedenis aan het Koninklijk Muziekconcervatorium Gent. Hij doceerde ook Hymnologie en Geschiedenis van de Christelijke Kunst aan het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen in Gent. Hij was vele jaren jurylid voor de Provinciale Koorzangtornooien in Oost-Vlaanderen en redactielid van Koor en Stem. 25 jaar was hij directeur in de Academie voor muziek, woord en dans Aalter. Momenteel publiceert hij bij het ‘Gesellschaft für Bayerische Musikgeschichte’ in Munchen en is hij docent bij de Davidsfonds Academie.
In 1970 volgde August De Groote, Luc Naessens op als dirigent.